Meer plekken nodig voor maatschappelijke opvang
Politiek 827 keer gelezenNissewaard is centrumgemeente van de Zuid-Hollandse eilanden en dat houdt in dat ze verantwoordelijk is voor de maatschappelijke opvang van bewoners van Voorne-Putten, de Hoeksche Waard en Goeree-Overflakkee.
Voor de uitvoering van die taak krijgt de gemeente geld van de rijksoverheid. Een deel van die middelen gaat gebruikt worden voor de tussenopvang in Middelharnis. Alle bewoners van de Zuid-Hollandse eilanden kunnen gebruik maken van die opvang, al is het wel de verwachting dat de mensen mensen in de Hobbemastraat afkomstig zullen zijn vanuit Goeree.
Naar aanleiding van deze opvang, zijn er ook vragen gesteld over de opvang van dak- en thuislozen in Nissewaard, zeker omdat De Boeg al heel lang op uitbreiding wacht. Op dit moment staan er 25 personen op de wachtlijst, die volgens de gemeente tijdelijk bij vrienden of familie verblijven. Zij slapen volgens de gemeente niet op straat. Als verblijf bij vrienden of familie niet mogelijk is, zoekt de gemeente Nissewaard (indien gewenst) een noodoplossing, bijvoorbeeld bij een hotel of vakantiepark. Wethouder Soeterboek is in gesprek met het Leger des Heils over de doorontwikkeling van De Boeg, waarbij diverse mogelijkheden besproken worden. Gemeenten moeten in 2025 hun eigen broek op kunnen houden met betrekking tot de opvang van dak- en thuislozen.
Op de Hoeklaan zit een psychiatrisch centrum waar misschien ruimte is voor De Boeg maar e.e.a. zit nog in een pril stadium. Sip van der Weg (LOB) trekt hieruit de conclusie dat De Boeg het voorlopig kan vergeten, maar dat is volgens de wethouder niet correct.
De Volkspartij Nissewaard geeft aan blij te zijn met de aandacht van Antes en het Leger des Heils voor de schrijnende gevallen. Peter van der Velden: 'Het is voor ons onacceptabel om mensen die schreeuwen om hulp letterlijk en figuurlijk in de kou te laten staan.' Het verbaast de VPN echter wel dat de wethouder niets over de plannen heeft verteld in de commissievergadering van 14 januari en e.e.a. pas naar buiten kwam door het artikel in het Algemeen Dagblad van 20 januari.
