Afbeelding
Foto: Foto-OK.nl

Geervliet herdacht 400e geboortedag Cornelis de Witt

Algemeen 1.062 keer gelezen

Geervliet -  Op 15 juni 1623 werd in Dordrecht Cornelis de Witt geboren. Staatsman ten tijde van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en ruwaard van Putten.

De Vrienden van De Witt houden de herinnering aan de broers Johan en Cornelis de Witt levend en uiteraard stonden zij stil bij het 400e geboortejaar van Cornelis. Dat deden zij op 17 juni met een symposium in Geervliet, waar Cornelis als ruwaard van Putten veel verbleef en rechtsprak. De rol van Cornelis is lange tijd onderbelicht gewest. Hij werd in veel zaken overschaduwd door zijn broer Johan, al zijn er auteurs die het tegendeel bewijzen. De broers waren echte regenten uit de 17e eeuw en met die blik moet je eigenlijk ook naar ze kijken. 

Drie sprekers keken tijdens het symposium vanuit drie verschillende gezichtspunten naar Cornelis en probeerden zo een antwoord te geven op de vraag ‘wie was Cornelis de Witt’? Tussendoor werden er nog bloemen gelegd bij het borstbeeld van Cornelis namens de Stichting Oud-Geervliet en de Vrienden van de Witt. Wethouder Jeroen Postma was er namens de gemeente bij aanwezig. Beeldhouwer Roy Greve gaf voor geïnteresseerden een toelichting op het beeld.

Maria van Berckel
Natascha Hoiting ging in op de rol van Maria van Berckel. Eind dit jaar zal ‘Macht en minachting’ verschijnen, een historische roman over Maria. Tijdens haar onderzoek voor ‘De Gulden duvel en de brief’ ontdekte Natascha dat Cornelis contact had met Maria en haar advies vroeg. Dat was voor Natascha reden om zich meer in Maria te verdiepen met de roman als gevolg. ‘Een historische roman met een eigen invulling van bepaalde zaken.’

Uit de geschiedenis weten we dat Maria een krachtige vrouw was, die Cornelis steunde in zijn werk. Maar ook een eigen wil had. Dat laatste werd duidelijk toen Cornelis moest tekenen voor het afschaffen van het Eeuwig Edict. Hij zette er een aantekening bij dat hij onder dwang had getekend, Maria kraste die aantekening weg. 

Maar Maria had ook haar angsten en had regelmatig last van nachtmerries. Die nachtmerries heeft ze in een soort dagboek vastgelegd en zo lezen we dat ze droomde van lichamen die ondersteboven hingen en afgehakte hoofden. Niet zo heel veel later bleek haar nachtmerrie werkelijkheid te worden toen Cornelis en Johan vermoord werden. 

Na de dood van Cornelis verhuisde Maria naar Rotterdam. Sympathisanten kwamen nog regelmatig bij haar over te vloer om te praten over het stadhouderloze tijdperk. Het was de enige veilige plek waar dat kon; Maria werd door hen ook gezien als het symbool van de laatste vrijheid.

Johans bliksemafleider
Wie naar de geschiedschrijving kijkt, ziet dat Cornelis er niet altijd zo goed vanaf komt. Jaap de Haan nam de aanwezigen mee naar de 19e en 20e eeuw, de tijd waarin Cornelis omschreven werd als een hooghartig persoon die geen verdienste had.

Na de grand tour van de broers moest er in 1647 een werkkring gezocht worden. Door hun netwerk lukt dat vrij snel. Cornelis werd schepen in Dordrecht en een paar jaar later Lid van de Rotterdamse admiraliteit. Nadat hij ruwaard van Putten werd, kwamen daar een groot aantal baantje bij. Zo werd hij dijkgraaf van Mijnsheerenland, baljuw van de Beijerlanden, gedeputeerde te velde en burgemeester van Dordrecht. Als gedeputeerde was hij de vervanger van zijn broer Johan. Toch werd er regelmatig gesteld dat zijn schaduw op Johan viel. 

Tussen de twee broers waren er een aantal conflicten, waarbij duidelijk was dat Cornelis tussen twee vuren zat. Aan de ene kant zijn broer de raadspensionaris, aan de andere kant de admiralen. Het advies van Johan was destijds wel dat zijn broer hem beter privé zaken kon schrijven, dan via een officiële brief omdat hij die aan de Staten moest voorlezen. Uit de toon van de privé brieven blijkt dat het een briefwisseling is tussen twee broers en niet dat de een zich overschaduwd voelt door de ander.

Om een beter beeld te krijgen van Cornelis zou het volgens De Haan beter zijn om een onderzoek te doen aan de hand van alle bronnen die er beschikbaar zijn en Cornelis in ieder geval niet te vergelijken met zijn broer.

Plattelandsbestuurder
Vijftien jaar geleden hield Arjan Nobel voor de Vrienden van De Witt een lezing over Cornelis de Witt als plattelandsbestuurder. Nu deed hij dat opnieuw, maar in de afgelopen jaren heeft hij wel veel nieuwe informatie ontdekt. Er wordt vaak naar de broers gekeken vanuit stedelijk perspectief. Heb je het over Johan en Cornelis, dan heb je het over Den Haag, de invloed van Tromp en de schutters maar er wordt niet gekeken naar de lokale context. Lokaal is er een broeinest ontstaan waardoor de broers in een slecht daglicht kwamen te staan. Cornelis werd in 1654 ruwaard van Putten en in 1660 baljuw van de Beijerlanden. Vooral in de Hoeksche Waard was de familie De Witt invloedrijk gezien de vele bezittingen die vader Jacob daar had en die uiteraard ook leidde tot allerlei baantjes. De baljuw die Cornelis opvolgde was afgezet, zijn waarnemer bleek een rokkenjager en drinkenbroer te zijn. Alle klachten die er in de Beijerlanden waren, werden verzameld door de afgezette baljuw, die waarschijnlijk de tijd van zijn leven had want er werd in het stadhuis van Oud-Beijerland flink gevochten.

De ontrust begon dus in de Hoeksche Waard, waaronder ook Piershil valt, de plek waar Tichelaar woonde. De man die Cornelis ervan beschuldigde prins Willen III te willen vergiftigen waardoor hij gevangen genomen werd. En we weten allemaal hoe die gevangenhouding afliep.

Wie zich verdiept in de 17e eeuw, ontdekt dat Cornelis het prototype regent was. Bekijk hem als een zelfstandig persoon en hij blijkt een bekwame en degelijke bestuurder te zijn die niet veel afwijkt van de andere bestuurders. Hij was streng, maar dat waren de andere ruwaarden ook. Het wordt dus tijd voor een publicatie waarin recht wordt gedaan aan wat Cornelis daadwerkelijk betekend heeft voor de staatsrechtelijke geschiedenis.

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Natascha Hoiting
Jaap de Haan
Afbeelding
Arjan Nobel

Uit de krant

Uit de krant