Een duidelijk toelatingsbeleid maakt de keuze makkelijker.
Een duidelijk toelatingsbeleid maakt de keuze makkelijker. Foto: pixabay.com

Toelatingsbeleid moet duidelijk zijn

Het is niet voor alle ouders glashelder hoe ze hun kind bij een school van hun voorkeur kunnen aanmelden en welke stappen ze kunnen zetten wanneer een aanvraag wordt afgewezen.

Dat blijkt uit een onderzoek dat minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs) heeft laten uitvoeren. Het onderzoeksrapport is terug te vinden op de website van het Ministerie van Onderwijs.

Duidelijkheid
Minister Slob: 'Het is belangrijk dat ouders en leerlingen vanaf het begin van een schoolkeuzetraject weten waar ze aan toe zijn en wat wel en niet mag. Daarom roep ik scholen in het primair en voortgezet onderwijs op hierover voortaan toegankelijker en transparanter te communiceren. De kansen van leerlingen mogen niet afhangen van het feit of hun ouders weten welke routes ze in het onderwijs kunnen bewandelen.’

Vrije keuze
Ouders en leerlingen hebben in Nederland veel vrijheid in het kiezen van een school. Door de vrijheid van onderwijs bestaat een grote diversiteit binnen het scholenaanbod. Op grond van diezelfde vrijheid van onderwijs kunnen scholentoelatingsbeleid voeren. Onbekendheid met de regels maakt onder meer dat ouders met een lagere sociaal economische status hun kind minder snel aanmelden op een school die bijvoorbeeld werkt met loting, zo schrijft de minister in een brief aan de Tweede Kamer.

Toelatingsbeleid op schrift
Het onderzoek laat voor het primair onderwijs zien dat ouders met een niet-westerse achtergrond (7%) iets vaker het gevoel hebben dat hun kinderen worden weggeadviseerd dan ouders met een westerse (4%) of Nederlandse (3%) achtergrond. In het voortgezet onderwijs zijn deze percentages respectievelijk 13%, 15% en 6%. Met ‘wegadviseren’ wordt bedoeld dat kinderen, vaak zonder formeel besluit over weigering en soms al voorafgaand aan de formele aanmelding, worden geadviseerd om maar naar een andere school te gaan, bijvoorbeeld omdat ze zich niet thuis zouden voelen op de school. Soms wordt op deze manier ook de zorgplicht omzeild. Het toelatingsbeleid staat bij een derde van de scholen in het primair onderwijs en een vijfde van de scholen in het voortgezet onderwijs niet op schrift. Duidelijke communicatie over het toelatingsbeleid van zowel openbare als bijzondere scholen, helpt dan ook segregatie terug te dringen.

Ouderbijdrage
Uit het onderzoek blijkt dat ouders in het primair onderwijs met een niet-westerse achtergrond de vrijwillige ouderbijdrage veel vaker als verplicht ervaren, dan ouders met een westerse of Nederlandse achtergrond. Dit kan de schoolkeuze beïnvloeden. Ongeveer een derde van de scholen maakt ook niet expliciet duidelijk dat de ouderbijdrage vrijwillig is. Ouders ervaren deze ouderbijdrage ook geregeld als verplicht, terwijl dit dus niet het geval is.

Veiligheid LHBTI-leerlingen
In de brief aan de Tweede Kamer staat verder dat er op scholen geen identiteitsverklaringen meer mogen worden gebruikt die homoseksualiteit afwijzen. Zodra blijkt dat er toch nog een verklaring wordt gebruikt die leerlingen vanwege hun seksuele identiteit afwijst, treedt de Inspectie van het Onderwijs op. De minister geeft hiermee uitvoering aan de motie-Kwint die opriep een einde te maken aan dergelijke verklaringen. 'In ons land moet iedere jongere, op iedere school, zich vrij weten om zichzelf te zijn en daarvoor uit te komen', verklaart de minister zowel aan de Kamer als aan leerlingen en hun ouders. De Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs start dit jaar een traject om de (sociale) veiligheid van leerlingen te versterken.