Samen voor de Aal
Regionaal 133 keer gelezenRegio - Tot en met juni tellen zo'n 50 vrijwillige natuurliefhebbers, sport- en beroepsvissers en studenten in Zuid-Holland zuid jonge palingen, of wel glasaaltjes. Ze doen dat twee keer in de week op 13 locaties met een kruisnet in het kader van het project 'Samen voor de Aal'.
Bij het drie jaar durende onderzoek worden glasaaltjes en andere soorten trekvissen gevolgd op hun tocht van zout naar zoet water. Vissoorten, waaronder paling, die voor hun voortplanting de trektocht van zee naar het zoete water van rivieren, sloten en kanalen moeten maken komen op hun kilometerslange tocht heel wat sluizen, gemalen en stuwen tegen. Trekvissen kunnen al steeds meer van deze waterwerken passeren. Om te onderzoeken waar en hoe de routes nog aangepast kunnen worden, telt de groep vrijwilligers het aantal vissen op hun nachtelijke trek naar hun nieuwe leefgebied.
De paling dreigt uit te sterven wanneer er geen maatregelen komen voor de routes. De paling plant zich voort in de Sargassozee. Na een reis van bijna 6.000 kilometer, geholpen door de Atlantische Golfstroom, komen de jonge doorzichtige palingen in de Europese kustwateren. Deze zogenaamde glasaal probeert vervolgens het zoete binnenwater in te trekken om daar op te groeien tot volwassen paling. Sinds de jaren 70 is het aantal glasalen dat de Nederlandse binnenwateren intrekt drastisch afgenomen tot minder dan 1% van het oorspronkelijke niveau.
Diverse partijen waaronder het waterschap Hollandse Delta, doen mee aan het project Samen voor de Aal. In het werkgebied van Hollandse Delta gaan de vissers de komende weken bij Hellevoetsluis, Spuisluis Rozenburg, Middelharnis, Stellendam, Strijensas en Den Bommel aan de slag met tellen. De jonge aal loopt het meeste risico, maar andere trekvissen zoals de driedoornige stekelbaars, spiering, bot en dunlipharder profiteren ook van de speciale voorzieningen.
