De Short Stirling maakte brandend een buiklanding
Algemeen 806 keer gelezenSpijkenisse - Het was een onrustige nacht op 7 november 1941. Veel Engelse vliegtuigen kwamen vanuit het oosten terug van een groot bombardement ergens diep in Duitsland.
De vader van Cor Wander was er laat op die bewuste avond niet echt gerust op. Hij stond al enige tijd buiten hun boerderijtje aan de Westdijk in de polders tussen de dorpen Spijkenisse en Hekelingen. Hij tuurde in de verte. Op diezelfde plek staat nu het witte garagebedrijf van Dick Helbers.
Jarig
Plotseling zag vader na middernacht, dat in de verte één van de vliegtuigen in de lucht in brand was geraakt. Deze was door Duits luchtafweergeschut bij Rotterdam geraakt. Dit toestel kwam steeds dichterbij. Hij liep snel naar binnen en maakte zijn twee zonen wakker. De heer Wander nu: ‘We moesten van vader direct naar buiten gaan, want je wist nooit wat er kon gebeuren. Het was de nacht voor mijn verjaardag. Ik werd op 8 november 11 jaar.’ Hij wil het verhaal van het neerstorten van de Short Stirling N6091 van het 7th Squadron R.A.F. Bomber Command, gestationeerd op de basis Oakington in Engeland, graag vertellen.
Ooggetuige
De nu 91-jarige Cor en zijn vrouw Sjaan wonen nog altijd in Spijkenisse. Om zijn verhaal duidelijk te maken, heeft hij op een boodschappenbriefje een duidelijke schets gemaakt. ‘Het vliegtuig was dus op de terugweg bij Rotterdam geraakt’, zegt hij. ‘En kwam daardoor al brandend boven Spijkenisse terecht. Daar zwenkte het vliegruig naar het zuiden en vloog steeds lager boven de weilanden tussen Spijkenisse en Hekelingen. De piloot zette een noodlanding in en liet daarom zijn landingsgestel in, zodat het toestel in het gras snel snelheid zou verliezen. Dat ging heel goed, want later zouden we zien, dat er in de weilanden een heel lang en op sommige plekken diep spoor getrokken was. Van de vier motoren raakte een propeller de grond, waardoor één van de drie bladen helemaal verbogen werd. Het is heel goed te zien op het monument aan de Hekelingseweg. Ik ga er nog vaak langs.’
Wetering
Een brandend deel van het vliegtuig kwam neer in de polder ‘Welplaat’, bovenop de boerderij van de familie Zevenbergen. Deze hoeve werd totaal verwoest. Het gedeelte van het vliegtuig, waarin de bemanning zat, probeerde dus te landen in een weiland in de buurt van de Hekelingseweg. Cor Wander daarover: ‘Het toestel had echter de grote pech, dat er dwars door die bewuste weilanden in de polder Brabant, door het land van Maarten van der Meer, een wetering liep. Daar dook de neus van het vliegtuig het water in en het toestel vloog, hevig brandend, over de kop. Het staartwiel raakte helemaal los en is later een heel stuk verderop teruggevonden.’
Afgezet
‘De bemanning had geen schijn van kans om te overleven, want het toestel brandde de hele nacht door en ook de volgende dag brandde het nog steeds,’ vertelt de heer Wander: ‘Wij waren natuurlijk nieuwgierig en wilden kijken, maar de Duitsers hadden het hele gebied hermetisch afgezet. Het risico van explosies was nog steeds aanwezig. Bommen had het vliegtuig niet meer, maar er was nog munitie aanwezig. Die is later door de Duitsers onschadelijk gemaakt.’
Bemanning
Overal lagen de wrakstukken, deze werden verzameld. Maar één propeller werd niet gevonden. De stoffelijke overschotten van de bemanning: Sgt. E. Brooks (front gunner), sgt. C.H. Chesman (rear gunner), sgt. M.S. Jacobs (2e piloot), sgt. E. Johnstone (wir. operator), sgt. B. Wallwork (navigator) en sgt. C. Walton (flight engineer) werden door de Duitsers geborgen. Het lot van het zevende bemanningslid; captain sgt. J.W. Morris, is tot op heden nog steeds onduidelijk.
Gevonden
In mei 1976 waren zes jongens aan het slootjespringen. Zij zagen ineens iets boven het water uitsteken. Dit was de verdwenen propeller van de Short Stirling.