Een uitgevlogen jonge boomvalk in een van de gespaarde populieren.
Een uitgevlogen jonge boomvalk in een van de gespaarde populieren. Foto: Peter Ganzeboom
lezers schrijven

Bomenkap op maat: een succesverhaal voor de boomvalk

Algemeen 264 keer gelezen

In de winter van 2020 gingen de eerste populieren aan de Molendijk in Spijkenisse tegen de vlakte. Wat een kaalslag! Gelukkig bleven een paar bomen gespaard. De vraag was of het genoeg zou zijn.

Een paar maanden eerder bezocht ik de plek met de ecologe die voor de Gemeente onderzoek deed naar de natuurwaarden; ik had haar verteld dat in de bomen die gekapt moesten al weer drie jaar op rij boomvalken broeden. Steeds in een ander nest, soms ook in een andere boom, maar altijd in een oud kraaiennest, want ze bouwen zelf geen nesten.

Boomvalken zijn kleine, mooie en behendige, zeer snelle roofvogels. Als ik mensen spreek, blijkt bijna niemand deze vogel te kennen of te hebben gezien. Ze zijn dan ook altijd in een flits voorbij, te snel om gezien of herkend te worden. Bovendien komen ze weinig voor.

De bomen moesten echter gekapt worden; ze waren op. Bij iedere storm kwamen er takken naar beneden. En niet altijd van die kleintjes! Naast sportvelden moet je dat niet willen. Maar hoe zouden ‘mijn’ boomvalken reageren op de kap? Ik moest er niet aan denken dat ze zouden verdwijnen.

De boomvalken broedden gelukkig in een groepje bomen dat een beetje achteraf stond. Waarschijnlijk was dat sowieso de reden dat ze daar zaten en niet pal naast een van de sportvelden. Niet voor niets waren ze bij SCO’63 weggegaan, waar ze tot 2018 ieder jaar zaten. Daar was het de laatste jaren veel te druk geworden op het oefenveldje en dan kwam er eens per jaar ook nog eens een lawaaierige muziektent bij op het veld van de American Football vereniging. Aan de Molendijk hadden zij het blijkbaar veel rustiger.

Het zou het beste zijn om in elk geval dat plukje bomen te sparen en om een hek te plaatsen naar het veldje eronder, zodat daar geen supporters konden komen, en om in gekapte gaten zo snel mogelijk nieuwe bomen te planten. De ecoloog adviseerde dit en tot mijn opluchting werden die adviezen door de Gemeente opgevolgd.

Zou het genoeg zijn? In het nieuwe broedseizoen liep de spanning op. In maart zag ik dat de kraaien een prachtig nieuw nest hadden gebouwd, hoog in een van de gespaarde populieren. De kraaien brachten een paar ondeugende jongen voort. Het eerste deel van onze missie was geslaagd. De boomvalken verschenen begin mei (ze zijn alleen in het broedseizoen hier). Zouden zij het kraaiennest iets vinden? En zouden zij niet afgeschrikt worden door de kaalslag rondom, want waar was hun beschutting gebleven en waar hun uitkijkposten?

Het was genoeg! Begin juni zat het vrouwtje te broeden, op 20 juli zag ik het eerste jong en op 9 augustus waren er twee gezonde jongen uitgevlogen.

Conclusie van dit verhaal: Onderhoud en Behoud kunnen dus wel degelijk samen gaan.

Een gemeente die boomvalken ‘huisvest’ mag daar trots op zijn. Een gemeente die zulke vogels weet te behouden, nog trotser.

We moeten echter alert blijven, want bedreigingen zullen er altijd zijn. Met de juiste instelling en de wil om samen te werken (Gemeente, ecologen en natuurkenners), is er winst te behalen.

De boomvalken zijn nu zo’n beetje allemaal weer op weg naar hun overwinteringsgebieden in Afrika. Ik zie nu echter al weer uit naar hun terugkomst.

Voor meer informatie over boomvalken zie mijn website: www.boomvalken.nl

Peter Ganzeboom

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant

Uit de krant