Het Oranjetracé.
Het Oranjetracé. Afb. Rijkswaterstaat

Bereikbaar Voorne-Putten: in vroeger tijden, tegenwoordig en in de toekomst

Algemeen 939 keer gelezen

De bereikbaarheid van Voorne-Putten en met name Nissewaard staat onder druk. De aanleg van de Blankenburgverbinding moet de druk op de A15 rond de Botlekbrug verminderen. Gaat die verbinding daadwerkelijk zorgen voor een afname van de verkeersdruk of is daar meer voor nodig, zoals een extra oeververbinding waarvoor vooral in Nissewaard sterk gelobbyd wordt? En wat zijn de effecten van de Blankenburg-verbinding op de andere gemeenten op Voorne-Putten, op de economie, de woningbouw, de recreatie en het milieu?

In de serie Bereikbaar Voorne-Putten, die tot stand komt met behulp van een subsidie van de Provincie Zuid-Holland, proberen we een antwoord te geven op bovenstaande vragen. Wilt u meepraten over dit onderwerp, neem dan contact op met de redactie via redactie@grootnissewaard.nl

Nieuwe Westelijke Oeververbinding
De regio Rotterdam is een van de dichtstbevolkte gebieden van Nederland en een gebied met een belangrijk economisch centrum. Het havencomplex is het grootste van Europa. De activiteiten in de haven en Greenport Westland hebben overvolle wegen tot gevolg, waardoor de bereikbaarheid in het geding komt. Door een nieuwe westelijke oeververbinding aan te leggen, wordt de Benelux corridor ontlast en komt er een alternatief voor weggebruikers om aan de andere kant van de Nieuwe Waterweg/Het Scheur te komen. Na jaren van praten en plannen maken, wordt in 2009 dan eindelijk de knoop doorgehakt. Er komt een nieuwe westelijke oeververbinding die de A15 en de A20 met elkaar gaat verbinden.

Oranjetunnel of Blankenburgtunnel
In het voortraject zijn er twee tracés onderzocht. Het oranjetracé bij de Maeslantkering en het Blankenburgtracé ten oosten van Maassluis en Rozenburg. Tijdens de meedenkbijeenkomsten werden ruim 60 ideeën voor voren gebracht, die allemaal zijn beoordeeld op basis van technische haalbaarheid, projectopdracht en relatieve meerwaarde (van het ene idee ten opzichte van gelijk ogende, andere ideeën). Zo ontstonden uiteindelijk vijf ‘maakbare’ varianten. Twee varianten voor de Oranjeverbinding en drie voor de Blankenburgverbinding:

Middendoor - de kortste route midden door de Aalkeetpolder;
Krabbeplas-West
Krabbeplas-Oost - tussen de Krabbeplas en de bebouwde kom van Vlaardingen.

Voorkeur van de regio
Namens de destijds nog vijf gemeenten op Voorne Putten, heeft toenmalig Spijkenisser wethouder Christel Mourik bij de minister gepleit voor de aanleg van de Blankenburgtunnel. Die optie kwam het meest tegemoet aan de doelstellingen van 1. ontlasting van de Beneluxcorridor, 2. het robuuster maken van het wegennet in het Havengebied en 3. van versterking van de A4-corridor, de ruimtelijk-economische ontwikkelingsas. ‘De Blankenburgtunnel levert daaraan de grootste bijdrage en is bovendien aanzienlijk sneller aan te leggen en minder kostbaar dan de Oranjetunnel’, aldus Mourik.

Ook het college van Rotterdam vond de Blankenburgtunnel een betere keus dan de Oranjetunnel. ‘Met de Blankenburgtunnel stroomt het verkeer door de bestaande Beneluxtunnel beter door en worden de bereikbaarheid van Pernis, Hoogvliet en delen van Charlois beter.’ Wel gaf Rotterdam aan dat er nader onderzoek moest worden gedaan naar de gevolgen van de toename van het verkeer op de A20 tussen het Kethelplein en Kleinpolderplein en de A15 tussen Rozenburg en de Harmsenbrug.

Besluit van de minister
In december 2011 heeft de minister van Verkeer en Waterstaat de voorkeur uitgesproken om de nieuwe westelijke oeververbinding te realiseren door het aanleggen van de Blankenburgtunnel. Omdat de Blankenburgverbinding voor een groot deel van Voorne-Putten en Rozenburg een alternatief vormt voor de Beneluxcorridor en dus zorgt voor minder verkeer op die locatie en ook qua aanleg nog eens goedkoper is, is voor die verbinding gekozen. Een jaar later is de Tweede Kamer akkoord gegaan.  Uit de drie voorgestelde varianten werd gekozen voor de variant Krabbeplas-West. Deze variant pakt weliswaar minder gunstig uit voor het natuurgebied tussen Maassluis en Vlaardingen, maar wel voor de inwoners van Vlaardingen als het gaat om de luchtkwaliteit en met name geluid.

Rijksstructuurvisie
De gekozen variant Krabbeplas-West kent nogal wat tegenstanders. Maar liefst 2281 unieke zienswijzen zijn er ingediend door burgers, ondernemers maar ook natuur- en milieuorganisaties. Al die zienswijzen zijn meegenomen bij het opstellen van de definitieve Rijksstructuurvisie Bereikbaarheid Regio Rotterdam en Nieuwe Westelijke Oeververbinding die op 5 november 2013 is vastgesteld door de minister van Infrastructuur en Milieu. Hiermee werd besloten de Blankenburgverbinding Krabbeplas-West verder uit te werken.
Knelpunt
De Blankenburgverbinding biedt vooral kansen, maar er zitten ook de nodige haken en ogen aan de aanleg van de tunnel. Er ontstaat een knelpunt bij de aansluiting met de A15. Rozenburg zal deels aansluiting 14, Rozenburg-centrum, moeten inleveren. Eraf kan nog wel, er op niet meer. De ruimte is te krap om de oprit te behouden. Rozenburgers die vanuit het dorp de A15 op willen, moeten dat via de aansluitingen 13 of 15 doen. De tunnel gaan ze via een lus bij de huidige aansluiting 14 in. Verkeer vanuit de tunnel richting Rozenburg zal de rechterbaan aan moeten houden, de baan waarop ook het vrachtverkeer in de richting van de Maasvlakte gestuurd wordt. Er wordt ingezet op die aparte baan voor het vrachtverkeer om te voorkomen dat het verkeer in de tunnel vastloopt, omdat de vrachtwagens wat moeilijker de helling kunnen nemen.

Toltunnel
De aanleg van de tunnel en de veranderingen bij aansluiting 14 hebben gevolgen voor het onderliggende wegennet. Zo zal het vrachtverkeer en het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Droespolderweg toenemen. Het aantal vrachtwagens verdubbelt. Uit metingen die in 2013 zijn gedaan blijkt dat er per dag gemiddeld 21 wagens met gevaarlijke stoffen over de weg rijden. Zonder tunnel blijft dat aantal in 2030 stabiel, met een tunnel zijn dat 50 extra wagens. Ook de verkeerdruk bij de aansluiting met de Welplaatweg, op dit moment de drukste aansluiting met meer dan 17.000 motorvoertuigen per etmaal, wordt groter. Uit onderzoek blijft dat er een stijging van 40% is als er geen tunnel aangelegd zou worden. Met een tunnel is er in eerste instantie sprake van een flinke toename. Na heroriëntatie is er slechts een stijging van 5%. Deze berekeningen zijn echter uitgegaan van een tolvrije tunnel. De Maasdelta tunnel, zoals de tunnel tegenwoordig officieel heet, wordt echter een toltunnel. De kosten van de tunnel worden nu geraamd op 1,1 miljard euro. Een deel van die kosten wil de minister terug verdienen door tolheffing. Dat moet een bedrag van € 331 miljoen opleveren. Uitgaande van 35.000 voertuigen per etmaal, kost een ritje door de tunnel rond de € 1,5 voor personenauto’s en € 6,00 tot € 7,00 voor een vrachtwagen. Door de tolheffing wordt wel verwacht dat er 40% minder verkeer gebruik zal maken van de Blankenburgverbinding dan wanneer er geen tol geheven zou worden, maar zelfs met tol wordt er voldoende verkeer van de Beneluxcorridor afgehaald.

Enkel autoverkeer
De tunnel is enkel voor autoverkeer. Er komt geen tunnelbuis voor fietsers en voetgangers. Volgens de minister is de regio verantwoordelijk voor het langzaamverkeernetwerk. Als de regiogemeenten een dergelijke verbinding willen, dan zullen zij de kosten zelf moeten ophoesten. Reden voor de gemeente Rotterdam om met de provincie in gesprek te gaan over het behoud van de pont in Rozenburg.

In 2018 is gestart met de bouwwerkzaamheden.

Het Blankenburgtracé.
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant

Uit de krant