Bereikbaar Voorne-Putten: vroeger, tegenwoordig en toekomst
Algemeen 1.107 keer gelezenDe bereikbaarheid van Voorne-Putten en met name Nissewaard staat onder druk. De aanleg van de Blankenburgverbinding moet de druk op de A15 rond de Botlekbrug verminderen. Gaat die verbinding daadwerkelijk zorgen voor een afname van de verkeersdruk of is daar meer voor nodig, zoals een extra oeververbinding waarvoor vooral in Nissewaard sterk gelobbyd wordt? En wat zijn de effecten van de Blankenburg-verbinding op de andere gemeenten op Voorne-Putten, op de economie, de woningbouw, de recreatie en het milieu?
In de serie Bereikbaar Voorne-Putten, die tot stand komt met behulp van een subsidie van de Provincie Zuid-Holland, proberen we een antwoord te geven op bovenstaande vragen. Wilt u meepraten over dit onderwerp, neem dan contact op met de redactie via redactie@grootnissewaard.nl
Hartelkanaal
Rond 1950 werd de Brielse Maas afgedamd. Daarbij kwamen bij Spijkenisse sluizen te liggen. Via deze sluizen kwam men op de Plaatweg die de verbinding tussen Spijkenisse en het Botlekgebied vormde. Die wegverbinding verdween echter ten gunste van de aanleg van het Hartelkanaal.
De aanleg van de havens in het Botlekgebied en voor de kust van Rozenburg vroeg om een scheepvaartkanaal dat ook voor de duwvaart naar de Oude Maas geschikt was. In dit kanaal moest ook een schutsluis worden gebouwd. Door de aanleg van dit kanaal werd echter de bestaande wegverbinding naar het Botlekgebied verbroken en werknemers zouden een flinke omweg moeten maken via de Spijkenisserbrug en de Vondelingenweg.
Bij de aanleg van het Botlekgebied werd het riviertje de Hartel al vergraven tot kanaal tussen de Oude Maas en de afgedamde Brielse Maas, zonder open verbinding met de zee. In 1959 werd het verlegd. Vanwege de havenontwikkelingen werd het kanaal verbreed en een aantal jaar later zelfs nog verlengd. Inmiddels heeft het Hartelkanaal een open verbinding met de zee en via de Rozenburgsesluis met het Calandkanaal.
Hartelsluis
Spijkenisse kwam met Rijkswaterstaat en de gemeente Rotterdam overeen dat er een nieuwe verbinding kwam en dat die voor Spijkenisse zo belangrijke verbinding ook op haar grondgebied aangelegd werd. Tijdens het wegbaggeren van de Plaatweg, kon het verkeer via de ophaalbrug in de Voornsesluis naar een rolbaileybrug die bij de nieuwe Hartelsluis lag naar het Botlekgebied rijden. Eerst de brug aanleggen en dan de Plaatweg gedeeltelijk weggraven was niet mogelijk, omdat er in het nieuwe kanaal ook een nieuwe sluis aangelegd moest worden en daarvoor was ruimte nodig. Die nieuwe Hartelsluis kwam naast de in 1950 gebouwde Hartelsluis te liggen en was geschikt voor duwvaart.
Hartelbrug
De brug die in 1968 opengesteld werd voor het verkeer, is ca. 585 m lang en overspant zowel het Hartelkanaal als het Scheepvaart- en Voedingskanaal. De Hartelbrug bestaat uit een vaste brug over het Hartelkanaal en een beweegbare brug over de Grote Hartelsluis. Een paar jaar voor opening van de brug sprak toenmalig burgemeester Bliek van Spijkenisse de verwachting uit dat de Hartelbrug een deel van het verkeer van zowel de Spijkenisserbrug als de Botlekbrug zou overnemen. Inmiddels verwerkt de brug circa 50.000 voertuigen per etmaal.
Oorspronkelijk had de brug twee rijstroken voor het autoverkeer, met hiernaast aan beide kanten één fietsstrook. Een van deze fietsstroken is van functie gewijzigd tot een rijstrook voor het autoverkeer, terwijl de andere geschikt gemaakt werd voor fietsverkeer in beide richtingen. Hierdoor had de brug drie rijstroken, waarvan de middelste afhankelijk van het verkeersaanbod voor de ene of de andere rijrichting werd opengesteld. In oktober 2011 werd een aparte fietsbrug geopend. De overgebleven fietsstrook van de hoofdbrug werd als extra rijstrook aangewend waardoor het verkeer sinds 14 mei 2012 over vier rijstroken (twee in elke richting) beschikt.
Vanaf de Hartelbrug werd een verbindingsweg naar de Groene Kruisweg aangelegd, zoals ook aangegeven in het streekplan van 1963. Destijds bestond al de vrees dat het verkeer vanaf de brug in de flessenhals van de Groene Kruisweg zou komen. Het was dus noodzakelijk dat de Groene Kruisweg tussen Spijkenisse en Geervliet ook verbreed zou worden. Er werd gelukkig op tijd budget gevonden voor die verbreding.
Zoetwaterbrug
Het Scheepvaart- en Voedingskanaal zorgt voor de verbinding van de Oude Maas met het Brielse Meer. In de noordelijke arm van het kanaal bevindt zich de Voornsesluis, die gebruikt wordt door de pleziervaart. In de zuidelijke arm zit een inlaatsluis. Tussen de Hartelbrug en de aansluiting met het Brielse Meer heeft het kanaal een verbinding met het noordelijke uiteinde van zowel de Bernisse als het Kanaal door Voorne. De brug die over het kanaal gaat, dat ook wel zoetwaterkanaal wordt genoemd, heet Zoetwaterkanaalbrug. Velen denken echter dat het een deel van de Hartelbrug is; waarschijnlijk omdat de brug in het verlengde daarvan ligt.
Harmsenbrug
Na de ingebruikname van de Hartelbrug, werd in 1968 ook de Harmsenbrug in gebruik genomen. Ook deze brug overspant het Hartelkanaal en verbindt de Groene Kruisweg met de Europaweg. Het is de verbinding voor verkeer dat noord-zuid gericht is. Door de aanleg van de Harmsenbrug verdween de pontonbrug die er lange tijd lag. De in staal uitgevoerde Harmsenbrug kreeg een beweegbaar gedeelte als basculebrug met een doorvaartbreedte van 20 meter en een vast gedeelte met een overspanning van 109 meter. De grote overspanning werd opgehangen aan een stalen pylon.
De Harmsenbrug is vernoemd naar ir. W.J.H. Harmsen, destijds directeur-generaal bij Rijkswaterstaat. Hij heeft een stimulerende rol gespeeld in de ontwikkeling van het industriegebied ten westen van de Oude Maas.
Brielse brug
In het verlengde van de Harmsenbrug ligt de Brielse brug, een brug over het Brielse Meer. Deze brug was ook in 1968 klaar, maar werd pas een jaar later in gebruik genomen, omdat de toegangswegen nog niet klaar waren.
De Brielse brug is een vaste brug waarvan de onderzijde op een hoogte van 12 meter boven de waterspiegel ligt. Hierdoor kunnen vrijwel alle zeilboten de brug passeren. Om de brug aan te kunnen leggen werd een zanddam in de Brielse Maas aangelegd, waarop ook ligweiden kwamen ten behoeve van de recreatie. Bij de bouw werd o.a. gebruik gemaakt van prefab onderdelen.