Europoort.
Europoort. Foto: Streekarchief Voorne-Putten

Bereikbaar Voorne-Putten: in vroeger tijden, tegenwoordigen in de toekomst

Algemeen 671 keer gelezen

De bereikbaarheid van Voorne-Putten en met name Nissewaard staat onder druk. De aanleg van de Blankenburgverbinding moet de druk op de A15 rond de Botlekbrug verminderen. Gaat die verbinding daadwerkelijk zorgen voor een afname van de verkeersdruk of is daar meer voor nodig, zoals een extra oeververbinding waarvoor vooral in Nissewaard sterk gelobbyd wordt? En wat zijn de effecten van de Blankenburg-verbinding op de andere gemeenten op Voorne-Putten, op de economie, de woningbouw, de recreatie en het milieu?

In de serie Bereikbaar Voorne-Putten, die tot stand komt met behulp van een subsidie van de Provincie Zuid-Holland, proberen we een antwoord te geven op bovenstaande vragen. Wilt u meepraten over dit onderwerp, neem dan contact op met de redactie via redactie@grootnissewaard.nl

Huisvesting
Het rapport Randstad en Delta voorzag tussen 1955 en 1980 een bevolkingsgroei van 32%. Bij de beroepsbevolking werd vooral een groei gezien in de industrie en de sector overige diensten. Voor de duizenden arbeiders in het Botlekgebied moest ook woonruimte in de omgeving komen. Vanuit het Economisch Technologisch Instituut voor Zuid-Holland werd destijds aangevoerd dat de arbeiders niet verder dan een half uur fietsen van hun werk mochten wonen. Dat bood kansen voor Hoogvliet, maar vooral voor Spijkenisse, Geervliet, Heenvliet, Zwartewaal, Rozenburg en misschien ook Hekelingen. De betreffende gemeenten moesten dus zorgen dat ze gereed waren voor uitbreidingsplannen. Rotterdam zelf koos uiteraard voor Hoogvliet. Dat lag niet alleen op Rotterdams grondgebied, maar door de ligging ten oosten van de Oud Maas makkelijk aan te sluiten op een railverbinding en eventuele tunnel onder de Nieuwe Waterweg. Rond 1980 zouden er 50.000 mensen kunnen wonen, waarvan velen werkzaam zouden zijn in het Petroleum- en Botlekgebied. Ook bij deze uitbreiding werd al gekeken naar het overschrijden van de gemeentegrens.

De verwachting was dat Spijkenisse uit zou groeien tot een stad van 80.000 inwoners. Het dorp groeide vooral aan de westkant, waar bijvoorbeeld Verolme in 1957 100 woningen liet bouwen voor het personeel van de werf op Rozenburg. Volgens het rapport Randstad en Delta moesten er tot 1980 in zowel Spijkenisse als Hellevoetsluis 15.000 woningen gebouwd worden om de verwachtte groei op te kunnen vangen.

Een van de verdreven landbouwers van de Welplaat opperde tijdens een overleg dat het beter was om de vruchtbare zeeklei in onze omgeving te sparen en de woonkernen te verhuizen naar de niet vruchtbare zandgronden van Noord-Brabant. Hij verwees naar de grote forensenstromen in het buitenland en waarschuwde ook voor het feit dat huisvesting en recreatie vier maal zoveel grond eisen als de bijbehorende industrie. Dat voorstel kon niet op enige ondersteuning rekenen, daar de arbeidstijd, inclusief de reistijd, dan te lang zou worden. En, dat was wellicht het belangrijkste, de vervoerskosten zouden de concurrentiepositie ondermijnen. Inmiddels is de situatie wel zo, dat er veel mensen woonachtig zijn in Noord-Brabant die in de Botlek hun werkzaamheden verrichten.

Mocht er zich een hoogovenbedrijf vestigen op Rozenburg, dan zou dat een enorme toeloop aan arbeidskrachten met zich meebrengen. Hellevoetsluis was volgens de opstellers van Randstad en Delta dan de plek waar deze mensen konden wonen, mits er een goede railverbinding was. Door de dam in het Haringvliet, de Hoornse brug en de Voornse lijn verloor Hellevoetsluis haar geïsoleerde ligging en kon ze zich ontwikkelen als industrieplaats aan goed vaarwater.

Europoort
Het Botlekgebied werd te klein. Rotterdam wilde naar de zee en kwam wederom met een groots plan: Europoort. De uitbreiding moest op het eiland Rozenburg komen. Ook onderhandelde Rotterdam met de rijksoverheid over het aanleggen van een haven op de westpunt van Rozenburg. Omdat er één eigenaar was van het betreffende gebied, kon er snel onteigend worden. Door de snelheid waarmee er gestart werd met de havenaanleg, werd BP binnengehaald. Daarvoor moest het natuurreservaat De Beer wijken. In 1965 viel ook het doek voor het dorp Blankenburg.

Door de aanleg van de zuidelijke pier richting de Noordzee, bleek het ook mogelijk te zijn om op de Maasvlakte industrie- en haventerreinen aan diep vaarwater aan te leggen.

Streekplan 1963
In 1963 besloten de gemeenten op Voorne, Putten en Rozenburg om een streekplan op te stellen dat richtlijnen gaf aan de ruimtelijke ontwikkeling van zowel de industrie als van de recreatie en landbouw op de eilanden. De Botlekhavens en het Europoortproject hadden al een behoorlijk deel van de Rozenburgse landbouwgebieden in beslag genomen. Bij het bepalen van de grenzen van het streekplan is goed gekeken naar de demarcatielijn tussen de toekomstige gebieden op de Maasvlakte en de Voorne Kust om te voorkomen dat de industrie zich ook op de kust van Voorne zou vestigen. In die tijd was er ook nog geen definitief besluit genomen over de afdamming van het Brielse Gat.

In het streekplan werden om spreiding van nieuwe werknemers over de eilanden te voorkomen, grote woonsteden gepland rondom de kernen van Spijkenisse en Hellevoetsluis. In 1963 bleek dat de geraamde groei van werknemers in de metaal en chemie, zoals de onderzoekers in Randstad en Delta hadden aangegeven, ver overtroffen werd. Aan de andere kant bleef de verwachte vestiging van de hoogoven- annex staalindustrie uit. Desondanks stellen de opstellers van het streekplan dat er in het gebied ruim 40.000 woningen nodig zijn om aan de woningbehoefte te voldoen. Wonen op de rechter Maasoever moet ontmoedigd worden om rivier kruisend verkeer te voorkomen. Spijkenisse en Hellevoetsluis moesten dus ‘steden’ worden, Rozenburg moest woonruimte bieden aan mensen die in de directe omgeving van hun werk moesten wonen en voor Brielle, Heenvliet, Oostvoorne en Rockanje was een groei met enkele duizenden inwoners ingepland. Voor de overige gemeenten werd er gesproken over een bescheiden groei. Arbeiders op Midden-Rozenburg, Europoort en de Maasvlakte zouden woonruimte moeten krijgen in Hellevoetsluis, maar wel op voldoende afstand van de industriegebieden. Eigenlijk ging dat op voor alle woon-werkgebieden, want de industrie kon overlast veroorzaken met rook en gassen. Het belangrijkste was misschien wel dat het psychologisch van belang was om afstand te hebben tussen werk en woning. Spijkenisse zou vooral huisvesting moeten verzorgen voor arbeiders in het Botlekgebied en de omgeving van Blankenburg.

Nieuw wegennet
De groei van enerzijds de industrie en anderzijds de woongebieden, vroeg om een goede onderlinge verkeersverbinding. Ook moest er een goede verbinding komen met de industriegebieden ten oosten van de Oude Maas en met het achterland. Het bestaande wegennet was in 1963 al niet voldoende om het verkeer te verwerken, laat staat dat het geschikt was voor de toekomstige ontwikkelingen. Er werd een heel wegenstelsel opgezet, waarbij de hoofdverbindingen evenwijdig aan en loodrecht op de grote rivieren liepen. De Hartel-, resp. de Industrieweg, moesten de bedrijfsterreinen tussen de Botlekbrug en de Maasvlakte op het bestaande wegennet aan de oostzijde van de Oude Maas aansluiten. De Brielse weg, geprojecteerd ten westen van de Berenplaat zou tussen de Beneluxweg en de Maasvlakte lopen, langs de zuidzijde van Spijkenisse, Geervliet, Heenvliet en Brielle. De Hoornse weg, met in de Hoeksche Waard een aansluiting op de Beneluxweg zou via Hellevoetsluis naar de Dammenweg lopen. Op termijn zou er ook een tunnel onder de Oude Maas aangelegd moeten worden in het verlengde van de Zuidelijke Randweg op IJsselmonde. Naast de Beneluxweg ten westen van Pernis, die het oostelijk deel van het eiland Putten kruist, staat in het streekplan ook de Tussenweg vermeld. Een weg vanaf rijksweg 20 op de noordelijke oever van de Nieuwe Waterweg langs Maassluis, die door de geprojecteerde Blankenburgse tunnel, over de Geervlietse brug naar de Hoornse weg loopt. Ook vermeldt het plan een verbinding tussen Vierpolder en Hellevoetsluis, een verbinding tussen Europoort en de Haringvlietdam. Het streekplan toont tevens een tunnel tussen Hoogvliet en Spijkenisse die aansluit op de Brielse weg en zo nodig als Spuiweg doorgaat naar het gebied onder Zuidland, een verbinding vanaf de Botlekweg via de Hartelbrug naar de Groene Kruisweg, een weg die aansluit op de Brielse Brug een weg tussen Oostvoorne en Rockanje met een aansluiting op de Brielse weg en de Dammenweg en een tunnel onder de Nieuwe Waterweg ten westen van Maassluis en Rozenburg. Ook op deze plannen komen we later terug.

Een uitsnede van het streekplan uit 1963.
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant

Uit de krant