Het grafmonument van Nicolaas en Aleida.
Het grafmonument van Nicolaas en Aleida. Foto: Madeleine de Haas

Monument van de maand: O.L.V. Kerk Geervliet

Algemeen 1.463 keer gelezen

De monumentale Nederlands Hervormde Kerk in Geervliet, beter bekend als de Onze Lieve Vrouwe Kerk, dateert uit het begin van de dertiende eeuw.

De middeleeuwse kerk was sober ingericht. Stoelen en banken ontbraken; kerkgangers woonden de mis staande bij en knielden als het nodig was op de harde vloer. De enige stoel die er was, was de biechtstoel waarop de pastoor plaatsnam als hij iemand de biecht afnam. Die persoon zat dan geknield voor hem. Wel waren er in de kerk veel altaren te vinden. De heren van Putten betaalden de pastoor, anderen de kapelaansplaatsen. Iedere kapelaan las de mis op een altaar dat opgericht was ter ere van een bepaalde heilige. Zo was er een altaar voor de heilige Bartholomeus, maar ook voor de heilige Catharina en Barbara, voor Sint Joris en Sint Jan, Sint Antonius Sint Nicolaas etc. Uiteraard ontbrak het altaar voor de Maagd Maria niet, de patronesse van de kerk. Dit altaar had een bijzondere plek in de kerk, in de onderbouw van de toren.

Kapittel
In 1308 stichtten Nicolaas van Putten en zijn vrouw Aleida een kapittel (college) van tien kanunniken. In de loop van de tijd nam het aantal kanunniken ook nog toe. Doordat het aantal priesters steeg, moest ook het koor worden vergroot. Vandaar het ongewoon lange koor in verhouding met de kerk. Na de reformatie was het grote koor niet nodig en het werd door een wand van de kerk gescheiden. Bij de restauratie in 1937 werden restanten van het koorhek en handsnijwerk uit de Middeleeuwen teruggevonden en herplaatst. De ondiepe nissen in het tegenwoordige koor geven aan waar de diverse kanunnikenbanken hebben gestaan.

Grafmonument
In 1311 overleed Nicolaas van Putten, in 1316 gevolgd door Aleida. Te ere van hen staat een grafmonument van blauwe Doornikse (arduin) steen (1324 Renesse). Gelaat en handen zijn van wit zandsteen. Het is voor Nederland een van de oudst bewaard gebleven voorbeelden van een sarcofaag, waarop de figuren van de overledenen levensgroot zijn gebeeldhouwd. Het grafmonument heeft vermoedelijk elders gestaan, wellicht midden in het koor.

Grafzerken
In de gehele kerk werd begraven. Geestelijken en autoriteiten in het koor, de andere gegoede burgers in de kerk. De meeste inwoners vonden rondom de kerk een laatste rustplaats. Toen het begraven in kerken in de 19e eeuw werd verboden, is langs de kerk een begraafplaats aangelegd. In de loop der eeuwen zijn de graven in de kerk geruimd. In 1988 zijn alle zerken naar het koor overgebracht om de aanleg van centrale verwarming mogelijk te maken. Een paar jaar later, in 1994, werd bij de restauratie van het koor een viertal grafkelders aangetroffen. De kelders, met de stoffelijke resten, zijn onder een betonvloer verdwenen. Een deel van de zerken is in de muren van het koor en het schip ingemetseld om de vloer in het koor zo glad mogelijk te krijgen waardoor deze ruimte voor diverse doeleinden gebruikt kan worden. Toch loont het de moeite om de stenen op de vloer te bekijken.

Orgel
Begin 1900 kreeg de kerk een orgel. Dat heeft dienst gedaan tot begin jaren 80 en werd vervangen door een tweedehands orgel van Bätz-Witte. Een aantal jaren geleden is het gerestaureerd.

Kerkklok
De klok in de toren heeft als inscriptie: Als gij van mij de uren telt, vergeet dan nooit het Duits geweld. Deze klok is pas na de oorlog in de toren opgehangen, ter vervanging van een 620 kg wegende klok die in de Tweede Wereldoorlog ten prooi viel aan de Duitse wapenindustrie.

De kansel uit 1641.
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant

Uit de krant