Gravure ‘Het vernielen van de graven van de gebroeders De Witt in de Nieuwe Kerk van Den Haag’. Casper Bouttats, 1672.
Gravure ‘Het vernielen van de graven van de gebroeders De Witt in de Nieuwe Kerk van Den Haag’. Casper Bouttats, 1672. Foto: PR

Week van de geschiedenis; ZIJ&HIJ (4)

Actueel 543 keer gelezen

De vijandige houding van de Oranjegezinde massa tegenover de staatsgezinde regenten, vaak nog aangemoedigd door vele predikanten, begon dreigende vormen aan te nemen. Willem Tichelaar, een barbier-chirurgijn uit Piershil, die in een aantal rechtszaken door de ruwaard Cornelis de Witt was vernederd, zon op wraak. Hij beschuldigde de ruwaard van het beramen van een aanslag op de prins-stadhouder.

Felix van Hoorn

Op 24 juli 1672 gebeurde datgene wat Maria al zo lang gevreesd had. Cornelis werd in Dordrecht, waar hij ziek te bed lag, gearresteerd en naar Den Haag gebracht. De volgende dag schrijft Maria aan haar man de volgende brief.

Alderliefste

Ick wyl hoope dat u Wel E(delhei)dt in redelyck comoditeyt aengecomen sult syen en daer soo danigh sult tr… dat UwelEdt in corte mocht weder comen en dat godt almachtigh het uyt sal voeren als syende een rechtvaerdige saeck ick sal met verlanghe een briefke afwachten en blijve

Alderliefste Uwe Edt. Geafectioneerde Dienaeresse en vrouw

Maria van Berckel

Wat een merkwaardige combinatie van intimiteit en vormelijkheid. Zij vertrouwt nog altijd op een goede afloop en het antwoord van Cornelis is in ieder geval geruststellend. Het zou anders lopen. Zwager Johan schrijft Maria alles te proberen wat in haar macht ligt om in Dordrecht bewijzen van haar mans onschuld te vergaren. Hoewel er geen bewijzen van schuld zijn en Cornelis ook onder marteling niet bekent wat hij niet gedaan heeft, wordt hij uit al zijn functies ontheven en uit Holland verbannen. De moord op Cornelis en Johan de Witt en de gruwelijke manier waarop hun lichamen door een uitzinnige en opgehitste menigte worden verminkt zijn bekend. Een van de zwarte bladzijden uit onze vaderlandse geschiedenis.

Maria is op die 20ste augustus nog niet op de hoogte van het vreselijke nieuws. Zij is met de trekschuit op weg naar Den Haag. Zij wil in de buurt van haar man zijn. In Rijswijk maakt de schuit een tussenstop en in de gelagkamer van de herberg Witsenburg hoort Maria hoe gasten uit Den Haag de gebeurtenissen bespreken.
Haar reis naar Den Haag is zinloos geworden.
Op de terugreis naar huis hoort zij hoe iemand zit te snoeven dat hij een van het lijk afgesneden vinger van Cornelis de Witt bezit. Wat gaat er dan door een liefhebbende en toegewijde echtgenote heen…?

Toch houdt zij het verstand bij elkaar. Zij begrijpt dat het tonen van opzichtige rouw aan haar huis en dat van haar zwager in Den Haag alleen nog maar tot meer onrust en ellende zal leiden. Zij stuurt aan haar schoonzuster een brief waarin ze daarvoor waarschuwt. Het mocht niet baten. Het familiewapen van De Witt werd toch opzichtig gebruikt en dit leidde ertoe dat zelfs de graven werden geschonden.

Voor Putten werd een nieuwe ruwaard aangesteld: Johan François baron van Schagen, vrijheer van Heenvliet. Net als zijn voorgangers stelde deze een stadhouder aan en het was Willem Tichelaar die voor zijn verraad met deze functie werd beloond.

Maria bleef in Dordrecht. Zij overleefde op één dochter na al haar negen kinderen. Zij overleed in Dordrecht op 5 augustus 1706.

De tentoonstelling Cornelis de Witt, Ruwaard van Putten; Geervliet in de Gouden Eeuw is a.s. zondag nog te bezichtigen in het Museum Stadhuis Geervliet, van 13.00 tot 17.00 uur. Voor groepen blijft ook daarna nog enige tijd de mogelijkheid voor een afspraak.

Kijk voor het laatste lokale nieuws uit Nissewaard op www.grootnissewaard.nl

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant

Uit de krant